Schriftelijke vragen aan EC: Fiscale behandeling zeehavens

Schriftelijke vragen aan EC: Fiscale behandeling zeehavens

Schriftelijke vragen aan EC: Fiscale behandeling zeehavens 1024 683 Esther de Lange

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-002550/2016
aan de Commissie
Artikel 130 van het Reglement
Esther de Lange (PPE)
Betreft: Staatssteun: fiscale behandeling zeehavens
De Commissie heeft Nederland onlangs gevraagd om een vrijstelling van vennootschapsbelasting in te trekken voor zijn zes (publieke) zeehavens, om zo de regeling in overeenstemming te brengen met de EU-staatssteunregels.
Is het doel van de Commissie met het tegengaan van staatssteun het bereiken van een gelijk speelveld in de Europese Unie?
Acht de Commissie het rechtvaardig om binnen de Europese Unie de fiscale behandeling van een aantal zeehavens onder de noemer van ongeoorloofde staatssteun te verbieden, maar dat voorlopig bij directe concurrenten nog ongemoeid te laten en op welke wijze wordt een gelijk speelveld bereikt als de ene lidstaat al wel wordt verplicht tot het heffen van vennootschapsbelasting bij zeehavens en de andere lidstaat (nog) niet?
Naar welke lidstaten lopen momenteel nog onderzoeken naar mogelijke staatssteun bij zeehavens

NL E-002550/2016 Antwoord van mevrouw Vestager namens de Commissie (10.6.2016)
De Commissie is vastbesloten ervoor te zorgen dat de staatssteunregels in acht worden genomen. Zo helpt zij voor ondernemingen in de EU een gelijk speelveld tot stand te brengen. Omdat de tarieven voor de vennootschapsbelasting in de EU uiteenlopen door het ontbreken van harmonisatie op het gebied van directe belastingen, worden deze verschillen nog uitvergroot door het bestaan van belastingvrijstellingen.

Wat betreft het bestaan van staatssteun voor havens in andere lidstaten dan Nederland, de Commissie beoordeelt elk geval op zijn eigen merites. De procedure in de Nederlandse zaak is verder gevorderd omdat de Commissie vroeger van het probleem op de hoogte was dan voor andere lidstaten. Bovendien is het vaste rechtspraak dat voor de toepassing van de regels inzake staatssteun, een belastingvrijstelling in één lidstaat niet kan worden gerechtvaardigd door het bestaan van vergelijkbare maatregelen in andere lidstaten.

Met name concurreren Nederlandse havens rechtstreeks met havens in België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De Britse havens zijn vennootschapsbelastingplichtig. Op basis van de beschikbare gegevens die de nationale autoriteiten hebben verschaft, lijkt voor de Duitse havens dezelfde fiscale behandeling te gelden als voor andere Duitse ondernemingen. Op 21 januari 2016 heeft de Commissie België en Frankrijk verzocht een einde te maken aan de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor hun havens.

print

Esther de Lange

Esther de Lange is vanaf 23 april 2007 lid van het Europees Parlement voor het CDA. Momenteel is Esther lid van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) en de commissie Economische- en Monetaire zaken (ECON), en neemt zij voor het CDA Europa de zaken waar in de commissie Buitenlandse Zaken (AFET). Sinds 2014 is zij delegatieleider van het CDA in het Europees Parlement. Daarnaast is Esther vicepresident van de christendemocratische EVP-Fractie, waar ook het CDU en CSU uit Duitsland, de Franse LR en de Spaanse Partido Popular deel van uit maken. In het Europees Parlement is zij namens het CDA contactpersoon voor de provincies Utrecht, Flevoland en Friesland.

Alle artikelen door: Esther de Lange