Naast een thuisadres en een kantooradres in Brussel hebben europarlementariërs ook een kantooradres in Straatsburg, aan de poëtisch genaamde Allée du Printemps. De lentelaan. Ik gebruik het nooit; sterker nog, ik heb het zojuist moeten opzoeken, terwijl ik mijn andere twee adressen uiteraard kan dromen. Er komt ook bijna nooit post aan, courrier van een handjevol Franse NGO’s uitgezonderd. Die post ligt dan weken onaangeroerd in onze zwarte metalen postvakjes te wachten tot de parlementariërs na drie weken in Brussel weer naar de Elzas afzakken voor hun plenaire vergadering.
Mijn mening over de maandelijkse verhuizing naar Straatsburg is bekend. Dat er drie van de vier weken in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg weinig gebeurt heeft nu zelfs de Franse President ondervonden. Hij stuurde de uitnodigingen voor zijn nieuwjaarsreceptie met Franse (euro)parlementariërs naar de Allée du Printemps. In Frankrijk is dat geen kwestie van portokosten sparen, maar een kwestie van principe. De hoofdzetel van het Europees Parlement ligt voor de Fransen in Frankrijk. Gevolg: de uitnodigingen kwamen pas via een lange omweg bij de parlementariërs terecht, minder dan 24 uur voor de grote happening. Parlementariërs boos, want agenda inmiddels vol en (bijna) een handshake met de President gemist…
Want Macrons hand schudden, dat doen de meeste parlementariërs graag. Uit het niets verscheen hij met zijn beweging EnMarche! en vernieuwde de Franse politiek vanuit het midden. Een nieuwe lente, een nieuw geluid? Als het om Straatsburg gaat is er helaas weinig nieuws aan deze President. In het Elysée staat al jaren dezelfde grammofoonplaat op: geen gereutel aan de dubbele vergaderplaats van het Europees Parlement. En dus blijft het snakken naar een echte nieuwe lente. En tot dan vinden we keer op keer manieren om deze langslepende kwestie aan te blijven kaarten.